Initiatiefnemers Wet open overheid reageren op de Eerste Kamer

Eerst volgde de toch – voor de huidige praktijk al – baanbrekende brief vanuit BZK als reactie (ook) op de vragen van de Eerste Kamer fracties op 30 april jl. (zie deze update). Baanbrekend omdat het kabinet al vol vooruit loopt op de inwerkingtreding van de Wet open overheid. 7 mei was het de beurt aan de initiatiefnemers zelf om in een Memorie van Antwoord te reageren op alle vragen.

Wat leert deze MvA:

  1. er komt geld vanuit het rijk voor alle overheden zodat werk gemaakt kan worden van het op orde krijgen van de informatiehuishouding (om daarmee ook aan kritiek – zoals geuit in het kader van ‘Ongekend Onrecht’ – en de bottleneck voor het eerdere documentenregister weg te nemen).
  2. de roep van enkele fracties tot meer radicale wijzigingen stuit volgens de initiatiefnemers op de uitvoerbaarheid (zoals onder meer gesignaleerd door ABDTOP consult en in de Gemeentestem-artikelen I en II (binnenkort verschijnt deel III waarbij de Woo in de huidige staat wordt besproken)).
  3. ook overigens zien de initiatiefnemers voldoende basis in de Woo om aan te zetten tot een cultuuromslag (denk vooral aan de anoniem te verstrekken persoonlijke beleidsopvattingen (meer gebruik van artikel 5.2, tweede lid en de aanzet concreter in het derde lid van dit artikel).
  4. dit samenvattend stellen de initiatiefnemers vooral om nu maar door te gaan – de Woo als mooie start om verder te werken aan transparantie en cultuuromslag – in plaats van weer gaat praten (onder het huidige kader) over waar het nog anders of beter zou moeten.
  5. de spanning met Tromso wordt op onderdelen wel erkend, al wordt ook erkend dat dit verdrag politiek nooit is omarmd. De initiatiefnemers achten de Woo in elk geval meer in overeenstemming met het verdrag van de Wob.
  6. in reactie op de PvdA vragen – geïnspireerd op de artikelsgewijze commentaar op de Woo zo lijkt het – over intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen maken de initiatiefnemers een en ander duidelijk:
    1. het niet opnemen van een definitie van “intern beraad” wil niets zeggen. Hetzelfde wordt bedoeld als onder de Wob. Waarom dan toch niet definiëren zoals je dat ook doet in de Wob?
    2. het woord ambtelijk in de omschrijving van de persoonlijke beleidsopvatting betekent dus ook niet dat externen (zonder eigen belang) ook bij het intern beraad kunnen zijn betrokken. Waarom dan komen met een nieuwe definitie van “persoonlijke beleidsopvattingen” als je kennelijk toch hetzelfde hebt willen regelen als onder de Wob?
    3. overigens wordt wel iets veranderd, wat louter objectieve gegevens vallen er onder de Woo toch echt niet meer onder.
    4. het niet juridische begrip “formele bestuurlijke besluitvorming’ leggen de initiatiefnemers (met de tekst bij het amendement) uit dat het gaat om alle besluiten, ook over beleidsvoorbereiding e.d., dus niet alleen 1:3-Awb besluiten. Ook ‘besluitvorming dus van ambtsdragers die niet persé bestuursorgaan zijn (en dus strikt genomen niet tot besluitvorming op Woo-verzoeken zullen overgaan!).
  7. het niet naleven van de verplichtingen tot actieve openbaarmaking (3.3 Woo) kan volgens de initiatiefnemers enkel getoetst worden door de rechter n.a.v. een afgewezen verzoek om informatie (op grond van 4.1 Woo) dan wel politiek-bestuurlijk aan de kaak worden gesteld.
  8. artikel 5.4 Woo – strikt genomen alleen een absolute weigeringsgrond voor formatie-informatie – is breder, want ziet ook op informatie in de periode van verkenning (denk aan de gespreksverslagen met de verkenners die openbaar gemaakt werden na ‘Omtzigt, functie elders’).

Volgende belangrijke datum is 1 juni. Dan reageert de Eerste Kamer weer schriftelijk in de vorm van een nader voorlopig verslag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *