De reikwijdte van een bijzondere regeling, de Wet Bibob

Andere wetten, zoals de Wet Bibob, geven soms bijzondere regelingen die de Woo (deels) aan de kant schuiven. Onder de Woo zoek je die regeling vooral op in de bijlage bij de Woo. De reikwijdte van de bijzondere regeling is soms ongewis. Een uitspraak van de Raad van State van vandaag maakt duidelijk dat de Wet Bibob een ruime werking heeft.

Wet Bibob

Artikel 28 van de Wet Bibob regelt het nodige over wat geheim is. Een ieder die beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde, is verplicht tot geheimhouding daarvan. Die geheimhouding wordt in een beperkt aantal gevallen doorbroken. Eerder werd al duidelijk dat dit niet enkel ziet op documenten die zijn opgesteld door Bureau Bibob maar ook op eigen onderzoek van vergunningverlenende bestuursorganen (zie dit bericht).

De Raad van State maakt in het verlengde daarvan duidelijk dat de informatie bepaalt of de bijzondere regeling van toepassing is. Dat heeft effect voor de vraag of de opgevraagde weigeringsbesluiten en exploitatievergunningen openbaar gemaakt kunnen worden. Nee, aldus de Raad van State omdat die documenten ook informatie bevatten die (ook) in het Bibob-onderzoek zijn opgenomen. Die informatie valt onder de geheimhoudingsregeling van de Wet Bibob.

Ook overigens niet zinnig?

Ook stelt de Raad van State dat een en ander sterk is verweven met (persoons)gegevens van de betrokkenen. Gelet hierop zou in de weigeringsbesluiten geen zinnige informatie of leesbare tekst overblijven als deze gegevens worden weggelakt. Dus vindt de Raad van State het oordeel van de rechtbank juist waarin die stelde dat het college terecht de opgevraagde weigeringsbesluiten weigerde openbaar te maken.

Dit onderdeel in de uitspraak van de Raad van State komt wat vreemd over. De bijzondere regeling is van toepassing of niet. Dat voor andere onderdelen mogelijk andere uitzonderingen (bescherming van de persoonlijke levenssfeer) aan de orde zijn, behoeft een aparte beoordeling. Die lijkt niet direct te zijn ingeroepen. Vervolgens is dan mogelijk relevant wat er na lakken nog overblijft. Die vraag – of er verder iets zinnigs of leesbaar overblijft – kennen we van de lijn in de rechtspraak over de “zelfstandige betekenis” (zie bijv. de hier besproken uitspraak), maar dat alles begint toch wel echt bij het door het bestuursorgaan eerst inroepen van een bijzondere regeling of een uitzondering uit hoofdstuk 5 Woo.

Onevenredige benadeling; procespositie

Wat de andere informatie betreft meent de Raad van State – ogenschijnlijk redelijk gemakkelijk – dat een beroep op onevenredige benadeling slaagt voor het niet openbaar maken van hele documenten. Het gaat dan om de onevenredige benadeling van een (rechts)persoon met het oog op diens procespositie. Ook de procespositie van het bestuursorgaan wordt hierbij betrokken en bovendien het in vertrouwen overleg kunnen plegen met een advocaat om op die wijze de processtrategie van het bestuursorgaan te kunnen bepalen. Dat lijkt weer een stuk gemakkelijker aangenomen dan de kwestie over de werkinstructie voor taxateurs waarbij de eventuele impact op civiele procedures minder zwaar werd gewogen.