Update Raad van State 18 december 2019 en Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 23 december 2019; Verkeersboete en Wob is niet altijd misbruik

Eind 2017 en begin 2018 maakte de Raad van State duidelijk dat het doen van een Wob-verzoek in samenhang met een procedure tegen een verkeersboete maakt dat de weg van de Wob wordt misbruikt (zie dit blog). Dit is anders als het verzoek om informatie gericht is op openbaarheid voor een ieder en het niet (enkel) ziet op de aangevochten verkeersboete (zie dit blog).

Tegen het eind van 2019 maakt de Raad van State in deze uitspraak duidelijk dat die lijn – misbruik wordt in beginsel aangenomen – nog altijd geldt: misbruik van de Wob wordt gemaakt indien om informatie over een bestuursrechtelijke sanctie wordt verzocht en het doel van het verzoek redelijkerwijs slechts gelegen kan zijn in het aanvechten van de die sanctie.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zet in dat kader – vergelijkbaar met de uitspraak van de Raad van State van begin 2018 – in deze uitspraak duidelijk uiteen dat geen sprake is van misbruik indien in algemene zin wordt gevraagd om openbaarmaking van informatie op grond waarvan bevoegdheden van opsporingsambtenaren kan blijken. Het wel of niet toegang krijgen via de Wob laat evenwel ook onverlet dat een andere vraag voorligt of dergelijke documenten op de zaak betrekking hebbend zijn en dus opgevraagd kunnen worden via artikel 7:18, vierde lid, van de Awb. Die vraag wordt primair beantwoord door de OvJ, de kantonrechter en het Gerechtshof.