Verplicht actief openbaar maken; weer een stap(je) dichter bij

Sinds vorig jaar juni is er de zogeheten Woo-index. De light versie van het eerder bedachte platform PLOOI waar alles wat actief openbaar gemaakt wordt ook raadpleegbaar is (zie eerder dit bericht). Antwoorden van de Staatssecretaris van BZK op vragen van de Tweede Kamer maken duidelijk dat het nog wel even wachten is op het verplicht actief openbaar maken. Een update naar aanleiding van deze berichtgeving.

Stap voor stap

In het vorige bericht werd al gewezen op de tegenvaller rond PLOOI (zie dit bericht) en de uiteindelijke keuze om maar voor de light versie te gaan met de in de brief van 8 juni 2023 genoemde Woo-index. Deze index is dan het platform van artikel 3.3b Woo. Daarmee is het idee van “alles op één plek inzien” verworden tot een “alles via één plek beschikbaar krijgen”.

De brief van juni 2023 maakte al duidelijk dat dit alles stap voor stap moet gebeuren. Zowel inhoudelijk als procedureel.

Techniek en inhoud

Qua proces is het wachten op de ICT-infrastructuur. De eisen die zijn geformuleerd zijn dat:

  • de centrale ICT-infrastructuur bestuursorganen in staat moet stellen om hun gepubliceerde documenten via de Woo-index vindbaar en doorzoekbaar te maken;

  • het actief openbaar maken van een informatiecategorie op een zelf gekozen publicatieplatform moet voor bestuursorganen praktisch realiseerbaar zijn.

Vooral het doorzoekbaar maken geeft de nodige hoofdbrekens, zo maakt ook het bericht van 11 januari 2024 duidelijk. De hoop is dat in de eerste helft van 2024 een (eventueel aangepaste) set technische eisen beschikbaar zijn die relatief eenvoudig door bestuursorganen en softwareleveranciers te implementeren is. Daarmee zou aan de eerste voorwaarde voldaan zijn. 

De tweede eis is vooral een inhoudelijke. Want wat wordt er onder de bij wet gegeven categorieën verstaan en hoe werkt het publiceren dan? In het eerdere bericht wezen we al op artikel 3.3 Woo en de soms onduidelijke categorieën van informatiesoorten die openbaar gemaakt moeten worden. Zie ook dit artikel in Tijdschrift voor Constitutioneel Recht. Zo wordt er dus gewerkt aan zogeheten werkdefinities die moeten verduidelijken wat de wet én de toelichting kennelijk beogen.

Inmiddels is al een aantal definities verschenen en wordt daarmee gewerkt. Recent verscheen nog de beslishulp onderzoeksrapporten. Dit ter duiding van een wat onbestemde categorie in artikel 3.3 (lid 2 sub j(. Het onbestemde hangt vooral samen met het feit dat het enkel gaat om onderzoeken die die voornamelijk uit feitelijk materiaal bestaan. Hoeveel feiten een onderzoek uiteindelijk voornamelijk feitelijk maakt, is natuurlijk ongewis. De basishulp stuit daarbij ook op het praktisch probleem dat dit alles natuurlijk afhangt van de aard van het document. De te maken inschatting legt ook de beslishulp dus bij de organisatie waar het onderzoek van is. 

Rustig achterover leunen?

Is er – met de wetenschap dat het nog wel even duurt – dus geen aanleiding om werk te maken van de voorbereiding op het actief openbaar maken? Geenszins! Zowel op technisch vlak (beluister deze podcast over hoe Tilburg dit heeft aangepakt) maar ook inhoudelijk en juridisch valt er voldoende te doen vooraf om tijdig klaar te zijn voor het actief openbaar maken. Denk aan het zelf eens verkennen wat voor onderzoeken de eigen organisatie heeft en hoe dan keuzes te maken welke wel en welke niet gepubliceerd moeten worden, Tijdens de training Actief openbaar maken bespreken we het proces tot actief openbaar maken. Niet alleen inhoudelijk, maar ook qua inrichting van het project en het proces. 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *